|
Veiligheid
Gebruik de gordels en veiligheidsvoorzieningen (kinderzitje). Wet van 01/12/2006 (BIVV) :
Voor kinderen kleiner dan 1,35m moet het voertuig uitgerust zijn met een aangepast kinderzitje.
Vanaf 1,35m en groter is het dragen van de veiligheidsgordel of het gebruik van een aangepast 'vastklikmiddel' vereist.
Niettegenstaande kan voor OCCASIONELE EN KORTE TRAJECTEN een uitzondering gemaakt worden voor kinderen, die geen kinderen zijn van de bestuurder, als er geen (of niet voldoende) aangepaste voorzieningen zijn.
Vanaf 3 jaar mogen kinderen achteraan met de gordel vervoerd worden.
Als het onmogelijk is een 3de voorziening achteraan te installeren EN als er 2 andere gebruikt worden, mag een kind jonger dan 3 jaar achteraan vervoerd worden met de gordel OF vooraan in een aangepaste voorziening.
Verzekering
De verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid van het voertuig wordt gebruikt op voorwaarde dat de gevorderde schadevergoeding per passagier niet groter is dan de werkelijke kosten van het voertuig en dat er geen winst gemaakt wordt.
Als de bestuurder verantwoordelijk is voor het ongeval, is de lichamelijke en materiële schade aan derden (met inbegrip van de passagiers van het voertuig) ten laste van de BA-verzekering.
|